ONZE VERENIGING IN EEN PARA WOORDEN
Het Belgisch Centrum voor Geleidehonden (BCG) vzw is een nationale mobiliteitsorganisatie die sinds 1990 blindengeleidehonden opleidt en kosteloos ter beschikking stelt aan personen met een visuele beperking. We doen dit omdat personen die blind of slechtziend zijn weer op een veilige, meer ontspannen en efficiënte manier actief kunnen zijn in onze samenleving, door gebruik te maken van een geleidehond. Een geleidehond helpt hen bij hun verplaatsingen om bijvoorbeeld zelfstandig te winkelen, naar hun werk te gaan of om deel te nemen aan socioculturele activiteiten.
BELANGRIJKE PROJECTEN, MISSIES, ACTIVITEITEN
Het BCG selecteert de beste moeder- en vaderhond en laat de moeder bevallen in een huiselijke omgeving in het eigen breedingcentrum. Het BCG kweekt voornamelijk zelf pups, soms koopt het ze aan. Na 8 weken verhuizen de pups naar een pleeggezin. Hier leren ze een jaar lang alle basiscommando’s. Geleidehonden in opleiding mogen overal mee naartoe: van de supermarkt tot de cinema. Vervolgens starten ze aan hun opleiding in het centrum. Die duurt 6 tot 8 maanden. De opleiding tot geleidehond is erg uitdagend voor de honden; slechts 50 % slaagt en maakt het als geleidehond.
De hond wordt gematcht met een geleidehondgebruiker die bij zijn of haar persoonlijkheid past. Die gebruiker komt dan 2 weken in het centrum voor een opleiding, de zogenaamde class. Wanneer ze aan elkaar gewoon zijn en met elkaar hebben leren werken, volgt er een week intensieve training thuis bij het nieuwe baasje. Daarna gaat de carrière van de geleidehond gaat van start.
Jaarlijks brengt een instructeur een bezoek om na te gaan of het duo nog optimaal samenwerkt. Soms moet de hond bijscholing krijgen, bijvoorbeeld door een verhuis of verandering van werk van het baasje. Tussen het negende en elfde levensjaar gaan de meeste honden met pensioen. In overleg met de geleidehondgebruikers zoekt BCG een plekje waar ze kunnen genieten van hun welverdiend pensioen.
GETUIGENIS
“Zelda heeft ervoor gezorgd dat die donkere buitenwereld toch een fijne plek werd”
Ruben Wensing is 41 jaar en leeft met een visuele beperking. Toen hij drie jaar was, merkte zijn moeder dat hij niet goed zag. Eerst kon een gewone bril het probleem verhelpen. Maar toen hij 35 werd werd, moest hij toch overschakelen naar een witte stok. Vorig jaar kreeg hij zijn eerste geleidehond Zelda.
- Wanneer kwam je te weten dat je een visuele beperking had?
“Ik was heel jong toen mijn moeder ondekte dat mijn zicht niet goed was. Bij mij begon het met slecht zien in het donker. In het begin had ik er niet zoveel last van, ik kon het heel goed verstoppen. Zo heb ik nachten doorgefeest tijdens mijn studententijd en haalde ik ook mijn rijbewijs.”
“Tot ik een jaar of 24 was. Autorijden werd onverantwoord, een gewone bril was niet meer voldoende en jaarlijks werd mijn zicht minder. Dit ging natuurlijk gepaard met de nodige koppigheid. Ik had helemaal geen zin om toe te geven dat ik steeds slechter zag. Tot ik op een bepaald moment niet anders kon. En toen ik 35 jaar werd, moest ik wandelen met een witte stok.”
- Hoe ga je daar dan mee om?
“Het is een beetje zoals rouwen, maar in de plaats van iemand te verliezen, verlies je telkens weer een stukje van jezelf. En dat is moeilijk. Eigenlijk kan je daar niet aan wennen. Je wilt zo graag onafhankelijk zijn, maar je mobiliteit wordt volledig aangetast. Bijvoorbeeld: ik woon in Leuven en heb veel vrienden in Brussel. Een spontaan bezoek brengen, dat gaat niet. Daarvoor moet ik begeleiding aanvragen, duidelijke afspraken maken, alles tot in de kleinste details plannen. En het probleem is: ik ben totaal geen planner. Tegelijk slechtziend zijn en chaotisch, dat is een vreselijke combinatie.”
- Ik kan me inbeelden dat mensen soms medelijden met je hebben, dat lijkt me ook confronterend?
“Op zich valt dat wel mee. Mensen zijn heel eerlijk en willen graag helpen. Wel krijg ik vaak de vraag van mensen wat ik er nu eigenlijk van vind. Dat is een moeilijke vraag want ik probeer er niet te veel bij stil te staan. Ik ontken het nog vaak en zoek heel veel confrontatie op. Zo ging ik vroeger altijd windsurfen, wat ik eerst ook had opgegeven door mijn beperking. Veilig het water opgaan, ging niet meer. Maar ik neem heel moeilijk afscheid van dingen waar ik echt plezier aan heb. Dus heb ik een manier gezocht om het toch opnieuw te kunnen. En zo probeer ik alles dat ik niet meer kan, op een nieuwe en andere manier toch te doen.”
- Vanaf je 35ste liep je met de witte stok, wanneer besloot je om toch over te schakelen naar een geleidehond?
“Initieel wou ik helemaal geen hond. Een hond je leven laten bepalen, dacht ik, hoe kan dat nu fijn zijn? Maar een witte stok gaf me heel veel stress. Je loopt constant onder adrenaline. Een echte fight or flight. Ik zie nog een beetje, maar het verschil tussen een paal of schaduw kan ik niet maken. Dus even naar de winkel gaan is mentaal en fysiek zo vermoeiend. Je bent constant op jezelf aangewezen. Mijn partner zei me: je moet je nu al aanmelden voor een geleidehond, voor wanneer het slechter wordt. Daar was ik eerst te koppig voor, maar later zag ik er toch de noodzaak van in. En voor ze de juiste hond voor me hadden, waren we toch 4 jaar verder.”
- Hoe verliep je eerste ontmoeting met je geleidehond Zelda?
“Zelda kwam net op het juiste moment, ik kon door mijn beperking met vorige job niet meer langer volhouden. En ik wou zo graag full time werken. Maar er was geen ander alternatief dan thuis zitten. En toen kwam Zelda. Perfecte timing. Toen Zelda de eerste keer bij mij de gang inliep, keek ze mij recht in de ogen en dacht ik ‘ze is perfect’. Ze heeft op dat moment toch een beetje mijn leven gered.”
“Dat neemt niet weg dat het een jaar duurde om aan haar te wennen. Ik had altijd iets met katten, maar honden kende ik totaal niet. Soms kwam ze voor me zitten en dacht ik, ‘wat wil ze nu eigenlijk van me?’ Ondertussen is onze communicatie fantastisch. Een klein geluid of een blik van haar naar mij of van mij naar haar en we weten wat we willen zeggen. Dat maakt onze relatie heel intens. Ze is heel actief en een beetje zotjes en houdt mij nonstop in de gaten.”
- Heeft ze je leven veranderd?
“Ik kreeg zoveel stress van die witte stok dat ik bang werd. En als je bang bent van de grote donkere buitenwereld, dan blijf je langer en langer binnenzitten. Zelda heeft ervoor gezorgd dat die buitenwereld toch een fijne plek werd. Ze gaf me in het begin ook erg veel routine. Zo was ze om 7 uur wakker, had beweging nodig en moest op tijd haar bed in.”
“Ook zorgt ze voor een fijne sociale omgang. Iemand met een witte stok ziet er bijna een beetje beangstigend uit. Met een geleidehond is dat het tegenovergestelde. Ik word bijna dagelijks aangesproken en heb door haar veel nieuwe sociale contacten. Ook daagt ze me uit. Zo ga ik met haar joggen of als ik weet dat er ergens wegenwerken zijn, dan ga ik er vaak bewust naartoe. Zelda is slim, dat zijn de momenten dat ze compleet overneemt. En ergens vind ik dat wel een beetje kicken. Hoe moeilijker het obstakel, hoe fijner ze het vindt. Ik kan natuurlijk alleen maar voor mezelf spreken, maar ik heb het gevoel dat ik me qua mobiliteit heb herontdekt. In het begin wou ik niet opvallen, door Zelda hoop ik dat ik opval.”